
Noorwegen, het geboorteland van de Noorse broeders
De Geschiedenis, theologie en ethiek van de Noorse Broeders(CGN)
De Christelijke Gemeente Nederland (CGN) is een christelijke geloofsgemeenschap, waarvan de wortels liggen in Noorwegen. De beweging heeft zo’n 30.000 leden in 55 landen, waaronder België, Denemarken, Duitsland, Nederland en de Verenigde Staten. De beweging werd vroeger ook aangeduid als Noorse broeders, Smiths Vrienden (Smiths Freunde in het Duits, Smiths Venner of Den Kristelige Menighet (De Christelijke Gemeente) in het Noors), daar de groepering tot medio 2002/2003 geen officiële naam had.
Geschiedenis
De beweging werd begin 20e eeuw gegrondvest door Johan Oscar Smith (11 oktober 1871 – 1 mei 1943) een onderofficier in de Noorse Marine en zijn broer Aksel Smith (1880–1919) wiens beroep tandarts was. Johan Oscar Smith werd geboren in Fredrikstad, maar verhuisde later naar Horten in de provincie Vestfold (Noorwegen). Elias Aslaksen (1888–1976) speelde ook een belangrijke rol binnen de gemeente. Hij had, zoals Johan Oscar Smith, ook hij een verleden in de Noorse Marine.
In 1897 werd de eerste gemeente gestart door Johan Oscar Smith en onder meer zijn broer en Elias Aslaksen. Oorspronkelijk was de gemeente een vriendengroep die zich rondom de broeders Smith vormde. J.O. Smith werkte jarenlang bij de Noorse Kustwacht en kreeg hierdoor contacten langs de kust vanaf de Oslofjord tot aan Mehamn in Finnmark. Dat de gemeente op deze manier ontstond, kan de reden zijn dat ze in Noorwegen bekend staan als Smiths Venner. De groepen groeide langzaam, rond 1950 bestond de beweging nog uit ruim 1000 mensen verdeeld over Noorwegen en Denemarken.
Aan het eind van de jaren vijftig werd het evangeliseren uitgebreid naar o.a. Duitsland en Nederland. In het begin van de jaren 1960 ontstonden er in Nederland gemeentes in verschillende steden. Vandaag zijn er vaste gemeentes in ongeveer 12 plaatsen in Nederland, en de groep telt er schattingsgewijze 2.000-2.500 leden.
Na het overlijden van Johan Oscar Smith in 1943, werd Elias Aslaksen leider van de gemeente. Hij werd opgevolgd door Aksel J. Smith (de zoon van J.O. Smith) en de schoonzoon Sigurd Bratlie(1905–1995). In de loop van deze tijd kreeg de gemeente internationale vertakkingen. 1992-93 vond een strijd met betrekking tot de leiding plaats, waarna de kleinzoon van J.O. Smith, KåreJohan Smith (*1944) voorganger werd. Tijdens zijn leiderschap zijn er ingrijpende veranderingen doorgevoerd onder andere wat betreft een liberalisering van levenswijze. Verder heeft de gemeente een grote ontwikkeling meegemaakt wat betreft vastgoed. Een voorbeeld hiervan is de grote verbouwing en uitbreiding aan het begin van de 21e eeuw van de hoofdzetel van de gemeente, BrunstadConferentie Centrum te Stokke.
In 2001 kwamen de Noorse Broeders in Nederland negatief in het nieuws vanwege het vermoeden van kindermishandeling, ontucht en financiële malversaties. De aanklacht van kindermishandeling (gedaan door een destijds 34-jarig ex-lid) werd door het OM geseponeerd i.v.m verjaring, ondanks de getuigenissen van tientallen slachtoffers). Wat betreft de ontucht is er tenminste één veroordeling geweest. Na een taakstraf mocht de dader, onder streng toezicht, de bijeenkomsten van de Noorse Broeders weer bijwonen.
De Noorse Broeders houden de ledenaantallen niet nauwkeurig bij, iets wat het schatten van hun uitbreiding moeilijk maakt. Een schatting heeft een ledenmassa aangeduid van 25.000 – 35.000 leden, die over 55 landen verdeeld zijn. Ze groeien voornamelijk door organische groei, dat wil zeggen dat de meerderheid van de huidige leden in de gemeente geboren zijn. Verder is een van de speerpunten het scheppen van een milieu waar kinderen en jeugd het naar hun zin hebben.
De Noorse Broeders hebben in Noorwegen een conferentiecentrum genaamd Brunstad en van daar uit is de beweging ook actief in andere landen. In Nederland was het conferentiecentrum tot voorkort de “De Kroeze Danne”, maar in 2004 werd een nieuw conferentiecentrum gekocht: Pagedal, een bungalowpark in Stadskanaal.
Theologie
De kern van de verkondiging van de Noorse broeders is de overwinning over alle bewuste zonde. De christelijke leer dat Jezus “volkomen God en volkomen mens is” wordt niet door de Noorse broeders geaccepteerd. Hij wordt als mens gezien, met de natuur die de mensen na de zondeval kregen. Echter wordt gezegd dat Jezus door tegen de lusten en zonden die hij in zijn aardse leven tegen kwam te bestrijden, en te overwinnen, zijn goddelijkheid terugwon.
Als je tot geloof komt, worden je de zonden vergeven. Het is echter niet de bedoeling dat je na de bekering doorgaat met zondigen. De leer is dat het mogelijk is om alles wat men weet dat verkeerd is te overwinnen. Men moet actief hetzelfde proces doorgaan dat Jezus doorliep, in de kracht van de Heilige Geest wordt het lichaam der zonde teniet gedaan.
De gemeente, het lichaam van Jezus, bestaat uit diegenen die een overwinnend leven leven. Ze zijn “met Christus in zijn aardse lichaam” verenigd, en lijden zoals hij leed door het vlees te kruisigen. Zodoende is het mogelijk voor alle christenen om hetzelfde offer (je eigen wil opgeven) te geven als Jezus gaf.
De Noorse broeders zijn verwant aan de baptisten wat de doop betreft. Met de pinkstergemeenten heeft de gemeente de leer omtrent Israël en de eindtijd gemeenschappelijk, naast dat hettongentaal net zo gewoon is in beide gemeenten.
Ethiek – levenswijze
De Noorse broeders hebben zich langzamer van de traditionele levenswijze ontwikkeld dan andere christelijke groeperingen. De principiële vrijheid is zeer duidelijk uitgesproken, maar het is nog zeer gewoon dat de vrouwen hun haar lang dragen terwijl de mannen het kort houden. Zoals Paulus het ooit schreef, wordt kort haar voor de vrouwen als een “schaamte” gezien. Vrouwen worden geacht onderdanig te zijn aan hun man. Tot aan de liberalisering in de jaren ’90 was het hebben van televisie taboe, evenals het dragen van broeken door vrouwen en het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Gezinnen met tien of meer kinderen waren dan ook geen uitzondering.
Zoals veel conservatieve christelijke groepen, is deze gemeente ook tegen geprovoceerde abortus en homofilie. De levenswijze van de Noorse broeders brengt een zekere isolatie ten opzichte van de rest van de samenleving met zich mee. Dit gold in vroeger jaren in versterkte mate. Kinderen binnen de groep moesten “afgescheiden van ‘de wereld'” opgroeien. Voor veel kinderen betekende dit bijvoorbeeld, dat ze niet bij schoolkameraadjes thuis mochten spelen.